top of page

Hoe is er een tuinbouwschool in de Bollenstreek gekomen en hoe heeft dit bijgedragen aan de ontwikkeling van de bloembollenteelt?

Doordat de bollenteelt groeide in de Bollenstreek, kwam er ook meer behoefte aan kennis. Er moest onderwijs komen. Al voor de Eerste Wereldoorlog zag het bollenvak de noodzaak van onderzoek en scholing in, want de bollenteelt ontwikkelde zich razend snel. Oude firma’s die zich niet op tijd aanpasten werden door nieuwe verdrongen. Toekomstige kwekers en exporteurs moesten, tot de oprichting van een middelbare tuinbouwschool, na de middelbare school verder in het bedrijf van hun vader worden opgeleid.  De Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (AVB) kwam met het initiatief om een tuinbouwschool op te richten. Er was destijds veel onenigheid over waar de school precies moest komen te staan. Moest deze school in Haarlem komen of in de Bollenstreek? De Haarlemse kweker E.H. Krelage, tevens voorzitter van de AVB afdeling Haarlem, pleitte voor de bouw van de school in Haarlem. Hij wilde graag dat de bloembollencultuur rondom Haarlem weer populairder werd. De afdeling van de AVB in Lisse dacht daar anders over. Ze wilden liever dat de tuinbouwschool in Lisse werd gevestigd, dat was immers het hart van de Bollenstreek. Daar bevonden zich veel meer bollenkwekers dan in en rondom Haarlem. Omdat er veel onenigheid was, werd er in april 1907 een autorit gemaakt van Oestgeest tot Uitgeest. De inzittenden waren: de Directeur Generaal van landbouw, de Inspecteur van het landbouwonderwijs, voorzitters van de AVB Haarlem en Lisse ( Krelage en Guldemond) en de heer W.J. Lefeber, een kweker en gemeenteraadslid uit Lisse. Tijdens deze autorit werd er gekeken hoeveel bollenkwekers zich in ieder dorp bevonden, en aan de hand daarvan werd bepaald waar de school moest komen. Het was duidelijk. In de gemeentes in de Bollenstreek waren verreweg de meeste kwekers. Ook speelde er nog iets anders mee. De Minister van Landbouw, die uiteindelijk de beslissing moest nemen, had verschillende verzoeken gekregen van kwekers uit de bollenstreek om de school niet in Haarlem op te richten. Reden: “Men mag de jeugd van de bloembollenstreek niet blootstellen aan de gevaren van de grote stad”. Dus de school moest in het hart van de Bollenstreek komen, en wel in Lisse. Niet alleen omdat dit het centrum was van de streek, maar ook vanwege de volgende reden: De gemeente Lisse had een stuk land gekocht van boer Van Ruiten, om er een gasfabriek te gaan bouwen. De bouw was niet doorgegaan, en daarom bood de gemeente aan om hier op haar kosten een  “tuinbouwwinterschool” te bouwen.

Er was dus veel discussie over waar de school moest komen. Ook bij de bouw waren er wat onenigheden over het kiezen van de architect en aannemer. Guldemond (voorzitter AVB Lisse) zag graag zijn neef Leen Tol als architect, en dit is hem ook gelukt. Tol had verklaard dat de school voor 23000 gulden gebouwd kon worden, maar de goedkoopste aannemer kwam nog op 3000 euro meer uit.. Toen heeft de welgestelde Guldemond het uitgraven van het terrein en de aanvulling met duinzand op eigen kosten laten uitvoeren. Hierdoor kreeg zijn neef Leen Tol toch het project toegewezen. Op 19 februari 1912 werd de school zeer plechtig in gebruik genomen onder de naam Rijkstuinbouw-winterschool, waar dan eindelijk de zo gewilde theoretische opleiding voor het bollenvak werd gegeven. Ook handelsvakken waren er aan de orde. Er was ook een uitgebreid talenprogramma, want wie in het buitenland bollen wilde  verkopen moest wel goed zijn talen kennen. Er werd Frans, Engels, Duits, Zweeds en zelfs Russisch gegeven, want er waren meerdere bedrijven die handel dreven met dit land. Ook was er een proeftuin bij de school aanwezig, waar de leerlingen de nodige kennis opdeden over bolgewassen. Na de Russische Revolutie nam de vraag naar bloembollen in Rusland sterk af, omdat het een luxe product was en daarom niet meer paste in dit land. Door deze ontwikkeling werd het vak Russisch op de Rijks Middelbare Tuinbouwschool opgeheven. Na de Tweede wereldoorlog werd dit vak echter wel weer gegeven, toen er weer meer handel met Rusland gedaan werd.

De oprichting van deze school was essentieel voor de groei van de bollenteelt, bijna iedere kwekerszoon uit de Bollenstreek ging daar naar school toe. Hier kregen ze een theoretische opleiding die de basis vormde voor hun toekomst in de bollen. Veel  bollenkwekers van tegenwoordig hebben daar ook nog op school gezeten. Deze school is een aantal jaren geleden helaas gesloten.

 

 

Onderwijs

bottom of page