Nederland

Wat voor invloed had de eerste wereldoorlog op de bloembollenhandel en teelt?

Er wordt steeds meer geteeld vanaf het eind van de 19^e eeuw omdat er meer en meer duinen worden afgegraven en omdat de export alleen maar groeide. Maar dan komt in november 1914 de Eerste Wereldoorlog.. De grootste afnemer in deze tijd was nog altijd Duitsland, maar in oorlogstijd was er niemand meer geïnteresseerd in bloembollen. Ook probeerden Engeland en Frankrijk de handel op Duitsland zoveel mogelijk te beperken. Door de oorlog stagneerde de export, orders en betalingen uit het buitenland bleven uit en de exporteurs betaalden hun van de kwekers gekochte bollen niet of slechts gedeeltelijk. De bollenkwekers zochten naar een andere bron van inkomsten. Sommigen besloten om de ene tijd van het jaar bollen te telen en de andere  groenten. Hier was namelijk erg veel vraag naar in de oorlog, daarom bracht het meer geld op dan bollen. Ook had de bloembollensector te maken met regeringsmaatregelen op het gebied van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en brandstof. Door het ene jaar groenten te telen en het andere jaar bollen op een stuk land was het niet nodig om kunstmest te strooien.

 Met verzamelde gegevens hebben wij de onderstaande grafiek gemaakt, waarin de stagnering van de export terug te zien is in het areaal geteelde bloembollen. We laten in deze grafiek dus niet de exportcijfers zien maar het aantal geteelde bloembollen in hectares. In de  grafiek is dus eigenlijk de invloed van de eerste wereldoorlog te zien op de bollenteelt.

 

Het areaal bloembollen was van 1891 tot 1914 toegenomen van 1178 tot 5505 hectare, maar na 1914 nam het af tot een areaal van 4849 hectare. Dit is niet een enorme afname, wat er op wijst dat de meeste kwekers wel gewoon door gingen met hun bedrijf. Maar het is wel een pauze in de groei van het areaal bloembollen die vanaf het einde van de 19^e eeuw  kenmerkend was.