top of page

Op 5 mei 1945 had Duitsland zich teruggetrokken. Omdat het nog vroeg in het jaar was konden de exporteurs dat zelfde jaar nog bollen gaan versturen. Door de grote hulp van de VS in de Tweede Wereldoorlog nam het enthousiasme voor de VS in Nederland sterk toe. Een groot deel van de bevrijders kwam hier natuurlijk vandaan. Als dank voor deze grote inzet wilde Nederland snel weer bloembollen gaan leveren. Maar de voornaamste reden was dat het een aantrekkelijke markt was, omdat de economie in dat land niet was ingestort door de Tweede Wereldoorlog. De ambitieuze bollenexporteurs zagen hier kansen.

Voordat de oorlog begon was de VS ook al een aardige afzetmarkt voor de bollen, in de oorlog was deze handel stilgevallen. Na de oorlog gingen veel  kwekers en exporteurs op reis naar Amerika of ze stuurden hun zoon als vertegenwoordiger. Zo gingen er net na de oorlog een groep kwekerszonen uit de Bollenstreek mee met een vrachtschip. Die kwamen vol met goederen naar Nederland, en gingen weer leeg terug, daardoor konden ze gemakkelijk meereizen.  De overtocht duurde ongeveer vier weken. Hoewel vliegen in deze tijd wel al mogelijk was gingen de bollenreizigers eerst nog liever met de boot. Vliegen was nog ontzettend duur en nog niet erg betrouwbaar. De boot komt aan in New York en de kwekers gingen op zoek naar klanten. Dit waren vaak bloemisten, later werden dit ook broeiers, tuincentra en supermarkten. Het was nog ver voor de tijd van het internet. Sommige bollenreizigers begonnen in een telefooncel, ze zochten namen en adressen van potentiele klanten op in het telefoonboek. Ze belden deze mensen en vroegen of ze bollen wilden kopen. Daarna scheurden ze het nummer en adres uit het boek, en reden naar deze klanten toe om bollen te verkopen. Na de Tweede Wereldoorlog begon de bloembollenexport echt te groeien. De bollenreizigers bleven vaak maanden lang van huis weg om bollen te verkopen. In de eerste jaren na de oorlog gingen de meesten nog met de boot. Toen ze eenmaal meer gingen verdienen konden ze het zich veroorloven om met het vliegtuig te gaan, waardoor ze niet meer zo lang onderweg waren. Als ze bijvoorbeeld met de Holland-Amerika Lijn gingen dan waren ze vaak zo’n 3 tot 4 weken onderweg met een stoomschip. 

 Een nadeel na de Tweede Wereldoorlog was dat er steeds strengere eisen kwamen op het terrein van ziekten en plagen die met de bloembollen mee konden komen. Dit werd gecontroleerd in Amerikaanse havens. Dit begon de Nederlandse  bloembollenhandel te breken. De bollen waren lang onderweg per schip, met vaak warm weer. Ze werden gewoon nog los op de boot gezet in houten kisten. Dan moesten ze ook nog wachten in de havens op de inspectie, hierdoor verminderde de kwaliteit van de bollen. Hiervoor werd een oplossing bedacht: de reefercontainer, een zeecontainer met ingebouwde klimaatcontrole. De bollen konden onderweg geventileerd worden en op juiste temperatuur worden gebracht. Ook werd de Amerikaanse controle nu in Nederland gedaan voordat de container dicht ging.  

Een ontwikkeling die  zich na de Tweede Wereldoorlog doorzet in de bloembollenteelt is de mechanisering, hierdoor kon het areaal groeien waardoor de Hollandse bollenteelt aan de vraag vanuit het buitenland kon voldoen. Als de vraag maar blijft stijgen maar het aanbod niet dan zouden de bollen erg duur worden waarop de vraag uiteindelijk weer daalt. Dit zou de omzet van de bollenhandel beperken. De mechanisatie is dus erg belangrijk geweest voor de bollenhandel.

Doordat de welvaart wereldwijd steeg was er meer vraag naar luxe producten zoals bloembollen. Mensen hadden veel gespaard tijdens de oorlog, zodat ze het daarna konden investeren. Ook was er na de oorlog een grote stijging van de lonen gaande. Mensen kregen hierdoor meer te besteden. De vraag naar duurzame consumptiegoederen werd groter. De productie in de exportlanden zelf steeg hierdoor, waardoor de lonen ook weer konden stijgen.

Daarnaast was er ook een sterke groei van de wereldbevolking. Dit betekende dat er meer klanten kwamen die bloembollen konden kopen. In de jaren die volgden is de vraag naar bloembollen blijven groeien. Ook trekken tentoonstellingen en evenementen als de Keukenhof en de Bloemencorso ieder jaar veel bekijks, vooral vanuit het buitenland. Met de economische crisis in 2008 kwam er een kleine vermindering in de vraag maar deze heeft zich inmiddels weer hersteld. 

Na de oorlog

bottom of page