Nederland

Naar schatting vindt circa 65 procent van de wereldproductie van bloembollen plaats in Nederland. Meer dan 75% van de wereldhandel in bollen vindt plaats in of via Nederland. Hiermee is Nederland de absolute marktleider. De Nederlandse bloembollensector onderscheid zich van andere sectoren in het feit dat Nederland al vanaf het begin af aan marktleider is geweest. Hierdoor is ons land het land met de meeste kennis over bollen en de handel erin. Het juiste klimaat, groot assortiment, hoog kennisniveau en het goede imago dat Nederland heeft zijn allerlei factoren die ertoe geleid hebben dat Nederland het meest succesvolle bloembollenland is. Maar hoe komt het nu dat de Nederlandse bloembollenexport in de loop van tijd zo groot is geworden?

 

Tot ongeveer begin 19^e eeuw werden er vooral alleen voor de binnenlandse markt bloembollen geproduceerd, denk aan bloemisten in steden als Haarlem. Er waren enkele kwekers die ook al kleine aantallen naar buitenlandse afnemers in bijvoorbeeld Frankrijk of Duitsland exporteerden. In de 18^e eeuw waren de bollen nog ontzettend duur, de enige buitenlandse afnemers waren dan ook rijke bezitters van tuinen en buitenhuizen.

 

Toen men er aan het eind van de 18^e eeuw in slaagde om tulpen te broeien ontstond er een nieuwe categorie van afnemers, waarvan de buitenlandse broeiers de belangrijkste waren. Veel exporteurs schakelden toen over op levering aan de groothandel en dat betekende het leveren van een beperkt assortiment in grote aantallen tegen lagere prijzen per stuk, maar met een grotere omzet. De opkomst van de buitenlandse broeierij heeft ervoor gezorgd dat de bloembollen goedkoper werden. De komst van nieuwe transportmiddelen maakten het mogelijk om grotere partijen bollen te versturen naar buitenlandse afnemers. Ook konden de bollenreizigers hierdoor vaker en gemakkelijker hun klanten bezoeken in het buitenland. Nieuwe communicatiemiddelen speelden ook een grote rol, hierdoor konden klanten hun orders doorgeven aan de Hollandse exporteurs. Door verbeteringen op het gebied van treinverkeer en scheepvaart en nieuwe communicatiemiddelen werd de wereld kleiner.